Pagina's

maandag 11 januari 2016

Schrijven

Blinddoek

"Heb je nog steeds je blinddoek om?" Zijn stem kwam van achter mij waar hij vastgebonden zat. "Ja" "Beloof me dat je hem niet af doet."
 

Hij klonk serieus, dus deed ik wat hij zei. Ik hoorde af en toe voetstappen om ons heen lopen. Wanneer de voetstappen dichter bij kwamen kon ik Sander zijn ademhaling sneller horen gaan. Uit angst dat de voetstappen naar mij zouden komen, hield ik me stil.
Het werd kouder en donker hier buiten in het bos, Sander en ik hadden niks meer tegen elkaar gezegd. Ik hoorde de voetstappen weer, ze kwamen dichterbij. Het klonk alsof de voetstappen Sander meenamen. toen de voetstappen weg liepen, en weg bleven, hield ik het niet meer. "Sander, ben je daar nog?" fluisterde ik, maar er kwam geen reactie.
Inmiddels was de zon onder gegaan en ik hoorde af en toe een uil. Hoe laat het was kon ik niet inschatten, maar het was wel zo koud dat ik er van begon te rillen. Uiteindelijk hoorde ik weer voetstappen, maar het waren er deze keer meer, ze kwamen dichterbij van alle kanten. Het touw om mijn handen werd los gemaakt en mijn blinddoek deden ze af.
Om mij heen stonden 12 vrouwen in witte jurken met witte kappen. De vrouw die mijn blinddoek had afgedaan was helemaal in het zwart gekleed en ze glimlachte vriendelijk naar me. Ik vroeg me af waar Sander zo bang voor was geweest. Ik keek in het rond en daar lag hij. Voor mij op de grond lag Sander op zijn rug in een cirkel van kaarsen. Ik wilde opstaan en naar hem toe rennen, maar de in het zwart geklede vrouw hield me tegen. "Kom, je moet eerst gewassen worden." Meteen kwamen er twee vrouwen uit de kring naar voren. De nee hield een kom met water vast, de ander een handdoek. De vrouw in het zwart begon met mijn gezicht te wassen, daarna mijn handen en als laatste mijn voeten. De twee dames uit de kring, een jonge en een oude vrouw, stapten dichter bij mij. De jongste begon me af te drogen, daarna pakte de oudste mijn hoofd in beide handen en zei iets wat ik niet kon verstaan. De drie vrouwen deden hetzelfde bij Sander en gingen daarna naast hem zitten.
Ondertussen waren de andere vrouwen begonnen met zingen, nauwelijks te horen.
Een derde vrouw kwam uit de kring gestapt en liep naar de drie vrouwen, e had een beker en een mes bij zich. Ze sneed de drie vrouwen in de hand en liet wat bloed in de beker druppelen. De vrouw dipte haar vinger in de beker en drukte een stip op Sanders hoofd, even later deed hij zijn ogen open en ging zitten. de zwarte vrouw kuste hem op zijn voorhoofd.
Nu keek iedereen naar mij, de zwarte vrouw stak haar arm uit alsof ze me uitnodigde om naar hen toe te komen. Dus stond ik op en liep naar hen toe. Met z'n vijven maakten we een kring en hielden elkaars handen vast. Midden in onze kring begon zich een mist te vormen. Eerst was de mist wit, maar later werd hij geleidelijk aan zwart. Het vulde de hele kring, ik kon er niet meer doorheen kijken. Plotseling vlogen er raven uit de mist! Ze vlogen naar de vrouwen in de buitenste kring en bij elke vrouw ging een raaf op haar schouder zitten. De vrouw die in het zwart gekleed was had een witte raaf op haar schouder. De mist was verdwenen en ik zocht de ogen van Sander. Gelukkig, hij stond er nog.
Na dit vreemde ritueel gingen de vrouwen weg, behalve de jongste, de oudste en de vrouw in het zwart. toen iedereen weg was lieten we elkaars handen los en liepen we door het bos naar een dorp. Midden in het drop, op het plein, stond en huis waar we naar binnen gingen. Toen we binnen waren liep Sander met de oudste vrouw mee naar de linker kamen en ik met de jongste vrouw naar de recht kamen. De vrouw in het zwart ging zitten op de stoel die voor de haard stond.

In die kamer vertelde de jonge vrouw me dat ik aan de tafel moest gaan zitten. Op die tafel lag een boek en omdat ik veel te nieuwsgierig was, heb ik het boek opengeslagen. Had ik dat maar nooit gedaan.

Groetjes,
Fien

Geen opmerkingen:

Een reactie posten